Uitspraak in het Plat: /kɛːtəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ke·te·lig
keteliger keteligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
sensitiv, wenn man ketelt warrt
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: keteln + -ig