Lünssticken in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /lʏnzstɪkn̩/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Lüns·sti·cken

Pluralis: Lünsstickens m de Lünssticken

[1]

perifere woordenschat

wagenbouw

Nedersaksisch:

Nagel för de Ass

Nederlands:

lunspen

Engels:

linchpin

Duits:

Achsnagel

Lünse

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Thamizhpparithi Maari, CC BY-SA 3.0

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Lüns + Sticken

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.