Uitspraak in het Plat: /fɪŋɐlɪŋ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fin·ger·ling
Pluralis: Fin­ger­lin­g f de Fin­ger­lin­g
Pluralis: Fin­ger­lin­gs f de Fin­ger­lin­g
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Finger + -ling