Uitspraak in het Plat: /vɔːnkant/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wahn·kant
Pluralis: Wahn­kan­ten f de Wahn­kant
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wahn + Kant