Uitspraak in het Plat: /fəɾspɛːln̩/
werkwoord
Afbreking: ver·spe·len
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
Ik heff em verklaagt, aver ik heff verspeelt.
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[4]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
De Klock verspeelt.

Werkwoordvormen:

infinitief:
ver­spe­len
voltooid deelwoord:
ver­speelt
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik ver­speel
du ver­speelst
he/se/dat ver­speelt
wi ver­speelt
ji ver­speelt
se ver­speelt
verleden:
ik ver­speel
du ver­speelst
he/se/dat ver­speel
wi ver­spe­len
ji ver­spe­len
se ver­spe­len
voltooid:
ik heff ver­speelt
du hest ver­speelt
he/se/dat hett ver­speelt
wi hebbt ver­speelt
ji hebbt ver­speelt
se hebbt ver­speelt
conjunctief:
ik ver­speel
du ver­speelst
he/se/dat ver­speel
wi ver­spe­len
ji ver­spe­len
se ver­spe­len
imperatief:
ver­speel!
ver­speelt!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ver- + spelen