Uitspraak in het Plat: /nɔːvɐʃɔp/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Na·ver·schop
Pluralis: Na­ver­schop­pen f de Na­ver­schop
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Korl wahnt bi uns op de Naverschop.
[3]
geavanceerde woordenschat
[4]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Laat uns man op gode Naverschop drinken!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Naver + -schop