Steertgeld in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /stɛː͡ɐtɡɛlt/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Steert·geld

Pluralis: Steertgeller n dat Steertgeld

[1]

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

Geld, dat de Deensten bi ’t Veh Verkopen extra kriegt

Duits:

Schwanzgeld

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Steert + Geld

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.