Uitspraak in het Plat: /kɔu̯kn̩tɛlɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ko·ken·tel·ler
Pluralis: Ko­ken­tel­lers m de Ko­ken­tel­ler
Pluralis: Ko­ken­tel­lers n dat Ko­ken­tel­ler
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik heff den Kokenteller wedder afwuschen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Koken + Teller