Uitspraak in het Plat: /zɪtəlbɾɛt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sit·tel·brett
Pluralis: Sit­tel­bre­der n dat Sit­tel­brett Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch
Pluralis: Sit­tel­breed n dat Sit­tel­brett West-groep, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sitten + Brett