Uitspraak in het Plat: /hɔu̯çklatɐn/
werkwoord
Afbreking: hoog·klat·tern
[1]
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
na baven klattern
Nederlands:
opklimmen
opklauteren
Engels:
climb up
Duits:
hochklettern
Voorbeelden:
He is de Ledder hoogklattert as son Aap.

Werkwoordvormen:

infinitief:
hoog­klat­tern
voltooid deelwoord:
hoog­klat­tert
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik klat­ter hoog
du klat­terst hoog
he/se/dat klat­tert hoog
wi klat­tert hoog
ji klat­tert hoog
se klat­tert hoog
verleden:
ik klat­ter hoog
du klat­terst hoog
he/se/dat klat­ter hoog
wi klat­tern hoog
ji klat­tern hoog
se klat­tern hoog
voltooid:
ik bün hoog­klat­tert
du büst hoog­klat­tert
he/se/dat is hoog­klat­tert
wi sünd hoog­klat­tert
ji sünd hoog­klat­tert
se sünd hoog­klat­tert
conjunctief:
ik klat­ter hoog
du klat­terst hoog
he/se/dat klat­ter hoog
wi klat­tern hoog
ji klat­tern hoog
se klat­tern hoog
imperatief:
klat­ter hoog!
klat­tert hoog!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: hoog + klattern

Samengesteld woorden:

hoog
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.