Uitspraak in het Plat: /ka͡ɐkn̩ɡɛmɛɪ̯n/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kar·ken·ge·meen
Pluralis: Kar­ken­ge­me­nen f de Kar­ken­ge­meen
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kark + Gemeen