Uitspraak in het Plat: /ɡɛɾmɔːnʃ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ger·maansch
germaanscher germaanschst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
In dat 4. bet 6. Johrhunnert sünd germaansche Stämm na Süden wannert.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Germaan + -sch