machtloos in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /maxtlɔu̯s/

bijvoegelijk naamwoord

Afbreking: macht·loos

machtloser machtloosst

[1]

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

ahn Macht, ahn dat Vermögen, wat to doon

Nederlands:

machteloos

Engels:

powerless

Duits:

machtlos

Voorbeelden:

Ahn de Hülp von de Försten weer de Kaiser von dat Hillige Röömsche Riek machtloos.

[2]

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

ahn Kraft

Nederlands:

krachteloos

Engels:

strengthless

Duits:

kraftlos

Voorbeelden:

Nadem de Vagel gegen dat Finster flagen weer, hüng em de Flunk machtloos dal.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Macht + loos

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.