Uitspraak in het Plat: /lɛdɐhaftɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: led·der·haf·tig
ledderhaftiger ledderhaftigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
Voorbeelden:
Siene Huut weer ganz ledderhaftig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ledder + -haftig