Uitspraak in het Plat: /tapt͡sɛːɾən/
werkwoord
Afbreking: tap·ze·ren
[1]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Tapeten an’e Wand kriegen
Nederlands:
behangen
beplakken
Engels:
wallpaper
Duits:
tapezieren
Voorbeelden:
Vergangen Wekenenn hebbt wi uns Stuuv nee tapzeert.

Werkwoordvormen:

infinitief:
tap­ze­ren
voltooid deelwoord:
tap­zeert
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik tap­zeer
du tap­zeerst
he/se/dat tap­zeert
wi tap­zeert
ji tap­zeert
se tap­zeert
verleden:
ik tap­zeer
du tap­zeerst
he/se/dat tap­zeer
wi tap­ze­ren
ji tap­ze­ren
se tap­ze­ren
voltooid:
ik heff tap­zeert
du hest tap­zeert
he/se/dat hett tap­zeert
wi hebbt tap­zeert
ji hebbt tap­zeert
se hebbt tap­zeert
conjunctief:
ik tap­zeer
du tap­zeerst
he/se/dat tap­zeer
wi tap­ze­ren
ji tap­ze­ren
se tap­ze­ren
imperatief:
tap­zeer!
tap­zeert!

Etymologie:

Woord afgeleid van: -eer
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.