Uitspraak in het Plat: /lɔtɔʃiːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Lot·to·schien
Pluralis: Lot­to­schiens m de Lot­to­schien
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik heff vergeten, den Lottoschien aftogeven!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Lotto + Schien