Uitspraak in het Plat: /biːlɛɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bi·leg·ger
Pluralis: Bi­leg­gers m de Bi­leg­ger
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bileggen + -er