Pluralis: Kie­nen m de Kien
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Krankmaker
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: kienen
Identieke woorden ››› kien ❔︎