Uitspraak in het Plat: /apəldvatʃ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ap·pel·dwatsch
appeldwatscher appeldwatschst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
mal
zot
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wat vertellst du denn dor för appeldwatschen Kraam!?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Appel + dwatsch