Uitspraak in het Plat: /vɪtə bɾuːˑz/
frase/zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wit·te Bruus
Pluralis: Wit­te Bru­sen f de Wit­te Bruus
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Woord afgeleid van: Bruus