Uitspraak in het Plat: /stɔfzuːɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Stoff·su·ger
Pluralis: Stoff­su­gers m de Stoff­su­ger
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Stoffsuger is vull, wessel man den Büdel ut.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Stoff + sugen + -er