Uitspraak in het Plat: /nɔu̯ɾvɛɪ̯çʃ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: noor·weegsch
noorweegscher noorweegschst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: norweeg + -sch