Uitspraak in het Plat: /ɔpstɐnɔːtʃ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: op·ster·naatsch
opsternaatscher opsternaatschst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Wat büst du bloots för en opsternaatschen Keerl!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: opsternaat + -sch