Uitspraak in het Plat: /kɛɪ̯dn̩/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ke·den
Pluralis: Ke­den f de Ke­den
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Smuckstück, dat üm’n Hals dragen warrt
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[3]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Woord afgeleid van: Keed