Uitspraak in het Plat: /bɛːˑtʃ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: beet·sch
bitescher biteschst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Pass op, de Hund is beetsch!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Beet + -sch