Uitspraak in het Plat: /pɛːˑ͡ɐdɔktəɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Peer·dok·ter
Pluralis: Peer­dok­ters m de Peer­dok­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Peerd + Dokter