Uitspraak in het Plat: /køːnɪçɾiːk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kö·nig·riek
Pluralis: Kö­nig­rie­ken n dat Kö­nig­riek
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Nedderland is en Königriek.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: König + Riek