Uitspraak in het Plat: /ɾɛɪ̯knɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Reek·ner
Pluralis: Reek­ners m de Reek­ner
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
IT
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik bruuk en ne’en Reekner.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: reken + -er