Uitspraak in het Plat: /maɪ̯bɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mai·boom
Pluralis: Mai­bööm m de Mai­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Mai­bo­men m de Mai­boom
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Mai + Boom