Dreger in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /dɾɛɪ̯ɡɐ/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Dre·ger

Pluralis: Dregers m de Dreger

[1]

kaart

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

een, de wat driggt

Nederlands:

drager

Engels:

carrier

Duits:

Träger

Voorbeelden:

Frodo weer de leste Dreger von ’n Ring.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Ernst Schäfer, CC BY-SA 3.0 de

[2]

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

een, de bi en Gräffnis en Sark driggt

Nederlands:

drager

lijkdrager

Engels:

pallbearer

Duits:

Sargträger

Voorbeelden:

De Dregers weren ok inlaadt bi ’t Dodenbeer.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Simon Rwigi, CC BY-SA 4.0

[3]

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

Balken, de wat driggt

Nederlands:

balk

Engels:

girder

Duits:

Träger

Voorbeelden:

De Dreger weer möör un müss utwesselt warrn.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

© 1971markus, CC BY-SA 4.0

[4]

geavanceerde woordenschat

bestuur

Nedersaksisch:

Organisatschoon, de dat Geld to en Saak gifft un dor Opsicht över hett

to’n Bispeel över en School

Nederlands:

bevoegd gezag

Engels:

provider

Duits:

Träger

Voorbeelden:

Dreger von de School is de Landkreis.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: dregen + -er

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.