Uitspraak in het Plat: /snɔːtɡank/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Snaad·gang
Pluralis: Snaad­gäng m de Snaad­gang
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Snaad + Gang