Uitspraak in het Plat: /lɛːˑç/

bijvoegelijk naamwoord

leger leegst

[1]

kaart tonen

geavanceerde woordenschat

actief

kaart voor onderbetekenis [1] van „leeg”

bekend

onbekend

bekend in de dialectgroep

onbekend in de dialectgroep

onbepaald

🛈 Over de kaarten

Eemsland: Wortliste des Heimatarchivs Lengerich.

Oldenburg: Artur vor Mohr: Vocalstand des oldenburgischen Niederdeutsch. Soltau, Norden 1904, pagina 38 PDF, 1,6 MB

								Cuxland:
								Heinrich Teut: Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe). Wachholtz, 1959, deel 3, pagina 3
							

Sleeswijk: Johann Rhode Friedrich Augustiny: Achtern Åben oder Plattdütsches Vålksbok för Kinner un ole Lüd, tohopståkt un ut egen Fabrik. Herzbruch, Flensburg 1857, pagina 68 PDF, 3,7 MB

								Belzig-Teltow:
								Willy Lademann: Wörterbuch der Teltower Volkssprache. Akademie-Verlag, Berlin 1956, pagina 83
							

								Noord-Barnim:
								Ludolf Parisius: Mittelmärkisches Plattdeutsch. Affpàrtije Luunsche Wöre. videel, Niebüll 2000, ISBN 3-935111-19-3, pagina 88
							

Nedersaksisch:

siet legen

Nederlands:

laag

Engels:

low

Duits:

niedrig

Voorbeelden:

Wi hebbt nu leeg Water. Bald kummt wedder de Floot.

[2]

kaart tonen

geavanceerde woordenschat

actief

kaart voor onderbetekenis [2] van „leeg”

bekend

onbekend

bekend in de dialectgroep

onbekend in de dialectgroep

onbepaald

🛈 Over de kaarten

Salland: W. Draaijer: Woordenboekje van het Deventersch dialect. Nijhoff, ’s-Gravenhage 1896, pagina XXII PDF, 2,5 MB

Bielefeld: Olaf Bordasch: Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg. pagina 56 PDF, 1,8 MB

								Cuxland:
								Heinrich Teut: Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe). Wachholtz, 1959, deel 3, pagina 31
							

Holsteiner jüm-gebied: Boysen van Nienkarken: Leeder und Stückschen in Ditmarscher Platt. Brockhaus, Leipzig, 1865, pagina 307 PDF, 3,1 MB

Warberg: Antun Willdeygud: Van ussen Hierguede. En Preuweken int ner plattduitschen Mueke. Bonifacius-Drückerigge, Paderborn 1890, pagina 40 PDF, 1,1 MB

								Stader Geest:
								Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
							

								Hamburg:
								Otto Furcht: Wörterbuch der Sprache des Alten Landes bei Stade. Stalling, Oldenburg 1936, pagina 17
							

								Altmark:
								Heinrich Christoph Steinhart: Über die Altmark. 1802, pagina 141
							

Oost-Mecklenburg: Carl Friedrich Müller: Reuter-Lexikon. Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 79 PDF, 5,1 MB

								Voor-Pommeren:
								Otto Vogel: Pommernspegel. Scharff, Greifswald 1873, pagina 60
							

Nedersaksisch:

slecht, böös, slimm

Nederlands:

kwaad

boos

vals

Engels:

evil

vicious

wicked

bad

sinister

Duits:

schlecht

schlimm

böse

falsch

heimtückisch

Voorbeelden:

He is en legen Keerl.

[3]

kaart tonen

geavanceerde woordenschat

actief

kaart voor onderbetekenis [3] van „leeg”

bekend

onbekend

bekend in de dialectgroep

onbekend in de dialectgroep

onbepaald

🛈 Over de kaarten

								Bremen:
								Marie Mindermann: Plattdeutsche Gedichte in bremischer Mundart nebst einer Sammlung plattdeutscher Gedichte und Redeweisen. Bremen 1860, pagina 106
							

								Cuxland:
								Heinrich Teut: Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe). Wachholtz, 1959, deel 3, pagina 31
							

Holsteiner jüm-gebied: Boysen van Nienkarken: Leeder und Stückschen in Ditmarscher Platt. Brockhaus, Leipzig, 1865, pagina 307 PDF, 3,1 MB

Zuidwest-Ostfalen: Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung, jaargang 1908, pagina 75 PDF, 6,9 MB

								Altmark:
								Heinrich Christoph Steinhart: Über die Altmark. 1802, pagina 141
							

Zuid-Barnim: Geschichtsverein Altreetz und Umgebung: Besonderheiten der Sprache im Oderbruch.

Nedersaksisch:

swack, quienelig, mager

Nederlands:

zwak

ziekelijk

vermagerd

kwakkelig

Engels:

ailing

sick

sickish

emaciated

Duits:

abgemagert

schwach

kränklich

mager

krank

elend

schwächlich

Voorbeelden:

Du sühst vondaag aver leeg ut!

Ik heff en legen Finger.

Samengesteld woorden:

Leegd Leegheit Leeghold Leegmoor Leegmuul Leegwater Legerwall

Tweelingswoorden:

laag

Rijmwoorden

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.

leeg in het Nedersaksisch

Samengesteld woorden:

Tweelingswoorden: