Uitspraak in het Plat: /hɪmbɛːˑ͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Him·beer
Pluralis: Him­be­ren f de Him­beer
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Beer