Uitspraak in het Plat: /vɔːtɐplant/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wa·ter·plant
Pluralis: Wa­ter­plan­ten f de Wa­ter­plant
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Fischdiek mutt ins wedder süvert warrn, de is al ganz mit Waterplanten dichtwokert.
[2]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nederlands:
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Water + Plant