Uitspraak in het Plat: /ɾɛɪ̯ɡɛːɾən/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Re·ge·ren
Pluralis: Re­ge­rens f de Re­ge­ren
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: regeren + -en
Identieke woorden ››› regeren ❔︎