Pluralis: Wich­ten n dat Wicht
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Legg noch en Wicht mehr op.
Identieke woorden ››› Wicht ❔︎