Uitspraak in het Plat: /pa͡ɐkklɔk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Park·klock
Pluralis: Park­klo­cken f de Park­klock
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: parken + Klock