Uitspraak in het Plat: /ʊnɾɔu̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Un·roh
Niet gebruikt het pluralis f de Un­roh
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Larm, Geschäftigkeit
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: un- + Roh