Uitspraak in het Plat: /mɪtzɔmɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mitt·som·mer
Pluralis: Mitt­som­mer m de Mitt­som­mer
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Mitt + Sommer