Uitspraak in het Plat: /ɾʊstn̩/
werkwoord
Afbreking: rus·ten
[1]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Rust ansetten
Nederlands:
roesten
Engels:
rust
Duits:
rosten

Werkwoordvormen:

infinitief:
rus­ten
voltooid deelwoord:
rust
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik rust
du rustst
he/se/dat rust
wi rust
ji rust
se rust
verleden:
ik rust
du rustst
he/se/dat rust
wi rus­ten
ji rus­ten
se rus­ten
voltooid:
ik heff rust
du hest rust
he/se/dat hett rust
wi hebbt rust
ji hebbt rust
se hebbt rust
conjunctief:
ik rust
du rustst
he/se/dat rust
wi rus­ten
ji rus­ten
se rus­ten
imperatief:
rust!
rust!

Etymologie:

Woord afgeleid van: Rust

Samengesteld woorden:

fastrusten inrusten verrusten verrustern
Rijmwoorden
Identieke woorden ››› rüsten ❔︎
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.