Uitspraak in het Plat: /bɾɔːmbʊʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Braam·busch
Pluralis: Braam­bü­sch m de Braam­bu­sch Westfaals
Pluralis: Braam­bü­scher m de Braam­bu­sch Mecklenburgisch
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Braam + Busch