Uitspraak in het Plat: /ɡɛsvɔːdɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ge·swa·der
Pluralis: Ge­swa­ders n dat Ge­swa­der
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: ge-