Uitspraak in het Plat: /tɪmpstuːtn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Timp·stu·ten
Pluralis: Timp­stu­tens m de Timp­stu­ten
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Timp + Stuten