Uitspraak in het Plat: /bɛɪ̯nɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: be·nig
beniger benigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Been + -ig