Pluralis: Fro­ens f de Fro
Pluralis: Fro­ens­lüüd f de Fro Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch
Pluralis: Fro­lüüd f de Fro Friesen-groep, West-groep
[1]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Minsch
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Antoniemen:
Mann
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Antoniemen:
Mann
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Anreed för enMinsch
Nederlands:
Engels:
Mrs
Duits:
Voorbeelden:
Antoniemen:
Heer