Uitspraak in het Plat: /ɛɪ̯ɡn̩ʃɔp/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: E·gen·schop
Pluralis: E­gen­schop­pen f de E­gen­schop
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Mass is en Egenschop von all Materie.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: egen + -schop