Uitspraak in het Plat: /afhɛŋɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: af·hän·gig
afhängiger afhängigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
He is afhängig von Heroin.
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat is jümmer von sien Lust afhängig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + hängen + -ig