[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
who
Duits:
wer
Voorbeelden:
’Keen kummt dor denn?
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
’Keen Siet schall ik anfangen?

Etymologie:

Woord afgeleid van: een
Identieke woorden ››› ’keen ❔︎