Uitspraak in het Plat: /aɪ̯əɾpɔt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ei·er·pott
Pluralis: Ei­er­pött m de Ei­er­pott
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ei + Pott