Uitspraak in het Plat: /hɔː͡ɐbyːdəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hoor·bü·del
Pluralis: Hoor­bü­dels m de Hoor­bü­del
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
jag
Duits:
Voorbeelden:
He hett sik en önnigen Hoorbüdel andrunken!
Na, hest en Hoorbüdel!?
[2]
perifere woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hoor + Büdel